De krachtlijnen van het beleid
- Aangespoord door de klimaatdoelstellingen van de Europese Unie onderneemt het Vlaamse Gewest verschillende stappen om minder fossiele brandstoffen te verbruiken en over te schakelen op meer hernieuwbare energie. Geothermie of aardwarmte is vrijwel de enige energiebron in Vlaanderen die het potentieel heeft om tegelijkertijd volledig hernieuwbaar te zijn, nagenoeg vrij van broeikasgasemissies is, lokaal en continu beschikbaar is, variabel inzetbaar is en te integreren is in energie-efficiënte warmtetoepassingen. Het winnen van diepe aardwarmte kan dus een welkome verbreding van de Vlaamse energiemix zijn.
- Het hoofdstuk inzake opsporen en winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond (dieper dan -500mTAW) volgt in grote mate de blauwdruk en structuur van de eerdere hoofdstukken over het opsporen en het winnen van koolwaterstoffen (hoofdstuk II) en de geologische opslag van koolstofdioxide (hoofdstuk III).
- Anders dan bij de bepalingen over het opsporen en het winnen van koolwaterstoffen het geval is, wordt de eigendom van de in de diepe ondergrond aanwezige aardwarmte niet geregeld. Aardwarmte vormt op zich immers geen zaak, en men kan enkel over eigendom(srechten) spreken met betrekking tot zaken. Dit doet echter geen enkele afbreuk aan de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest om het opsporen en het winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond te regelen via een vergunningenstelsel. Het opsporen of het winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond kan alleen met een vergunning van de Vlaamse Regering.
- Via dit vergunningenstelsel worden aan investeerders in diepeaardwarmtetoepassingen exclusieve volumegebieden vergund: enkel de vergunninghouder mag in “zijn” volumegebied diepe aardwarmte opsporen of winnen. Dit geeft hem de nodige rechtszekerheid om de grote initiële investeringen te doen die met deze activiteiten gepaard gaan.
- Anders dan bij het winnen van koolwaterstoffen moeten de houders van een winningsvergunning voor aardwarmte geen vergoeding aan het Vlaamse Gewest betalen voor de aardwarmte die ze winnen. Het Vlaamse Gewest wil onnodige hindernissen voor de economisch levensvatbare uitrol van deze duurzame energiebron vermijden.
Vergunning om aardwarmte op te sporen of te winnen
De Vlaamse Regering verleent vergunningen om aardwarmte op te sporen of te winnen. De criteria op basis waarvan de Vlaamse Regering de vergunningsaanvragen moet beoordelen, zijn in de regelgeving vastgelegd. Het opsporen en het winnen van aardwarmte is bovendien onderworpen aan de MER-regelgeving en is omgevingsvergunningsplichtig.
Een vergunninghouder heeft diverse verplichtingen om eventuele nadelige gevolgen van de vergunde activiteiten tot een minimum te beperken. Via een uitgebreid winningsplan dat de goedkeuring van de Vlaamse Regering behoeft, en via een jaarlijks rapport waarbij de vergunninghouder verslag moet uitbrengen over de verrichte en geplande activiteiten, kan de Vlaamse Regering ook na het afleveren van een vergunning controle blijven uitoefenen op de vergunde activiteiten. Vanzelfsprekend is de vergunninghouder van rechtswege verplicht om elke schade te vergoeden. Los van die algemene schadevergoedingsplicht kan de Vlaamse Regering de houder van een winningsvergunning steeds verplichten om een financiële zekerheid te stellen.
Opsporingsvergunningen voor aardwarmte gelden voor een (onder bepaalde voorwaarden verlengbare) vaste termijn van vijf jaar. Met een opsporingsvergunning voor aardwarmte kan de houder ervan niet alleen aardwarmte opsporen, maar kan hij deze aardwarmte ook onmiddellijk winnen overeenkomstig de in de vergunning bepaalde voorwaarden. Zo moet de houder van een opsporingsvergunning bij het vinden van aardwarmte niet eerst nog een hele nieuwe vergunningsprocedure doorlopen eer hij de aardwarmte daadwerkelijk kan winnen.