Ziekteverschijnselen zonder aanwijsbare externe, milieugerelateerde oorzaak worden verzameld onder de term Idiopatische Milieugerelateerde Intolerantie (IEI). IEI beschrijft de algemene gezondheidseffecten waarvan patiënten overtuigd zijn dat ze veroorzaakt worden door factoren zoals elektromagnetische velden of chemische stoffen. Vaak wordt dan gezegd dat mensen overgevoelig zijn voor elektromagnetische straling.
Mensen met IEI kunnen last hebben van jeuk, een brandend gevoel, vermoeidheid, concentratieproblemen, duizeligheid, misselijkheid, spierpijn, spijsverteringsstoornissen, hoofdpijn, pijn in de borst, ...
Die klachten komen voor bij stralingsintensiteiten die veel lager zijn dan die waar effecten kunnen optreden volgens wetenschappelijk onderbouwde studies. De klachten komen zelfs voor bij stralingsintensiteiten die veel lager zijn dan de norm. Er is ook geen wetenschappelijk onderbouwd bewijs dat die gezondheidsklachten bij elektrogevoeligheid door elektromagnetische straling veroorzaakt worden. Er bestaat evenwel groeiende evidentie voor de rol van een ontregelde stressfysiologie en een abnormale interoceptie (= manier waarop de hersenen lichamelijke signalen verwerken en bewust maken) bij deze problematiek. De meeste wetenschappers denken dat elektrogevoeligheid te maken heeft met stress-syndromen die veroorzaakt worden door langdurige stress en/of traumatische ervaringen. Wetenschappers denken ook dat nocebo en attributie een rol spelen. Er zijn ook sterke aanwijzingen voor een belangrijke rol van conditioneringsprocessen in het ontstaan en continueren van de klachten.
Bij een nocebo-effect is een gezondheidseffect het gevolg van het idee dat iets gevaarlijk is. Het nocebo-effect is het omgekeerde van het placebo-effect. Een voorbeeld van het nocebo-effect is dat omwonenden van een nieuwe gsm-mast gezondheidsklachten kregen, terwijl de antennes op de mast nog niet in werking zijn. Die omwonenden kregen klachten door het idee dat ze in contact kwamen met elektromagnetische straling. Attributie wil zeggen dat mensen gezondheidseffecten, die ze al hebben, toeschrijven aan gsm-antennes of draadloze netwerken. Een voorbeeld is een persoon die vaak hoofdpijn heeft en dat toeschrijft aan het feit dat hij vaak met een gsm belt, alhoewel de hoofdpijn een andere oorzaak heeft. In beide gevallen is elektromagnetische straling niet de oorzaak van de gezondheidsklachten.
Dit soort klachten moeten ernstig genomen worden omdat het wel gaat om reële klachten die de levenskwaliteit en het welzijn verlagen. Een algemeen aanvaarde behandelingsmethode bestaat nog niet. In de praktijk blijkt dat cognitieve gedragstherapie het beste resultaat oplevert. Het verminderen van de blootstelling aan straling kan de klachten niet zomaar verhelpen.
In onze veelgestelde vragen over zendantennes en gezondheid vindt u antwoord op volgende vragen:
- Wat is de SAR-waarde van een gsm-toestel?
- Waar kan ik de SAR-waarde van een gsm-toestel vinden?
- Is de SAR-waarde geschikt om gezondheidsrisico's van draadloze toestellen in te schatten?
- Zijn DECT-telefoons ongezond?
- Gaat de straling van een DECT-telefoon door muren?
- Kan ik de straling van zendantennes afschermen?
- Geven smartphones meer straling?
- Geeft een gsm-toestel ook straling af als je niet belt?
- Kan ik mijn blootstelling tijdens het bellen verminderen?
- Is de straling van de zendantenne van een radioamateur ongezond?