Intensieve en sterk gemechaniseerde landbouw zet onze Vlaamse bodems steeds meer onder druk, zowel letterlijk als figuurlijk. Steeds zwaardere machines worden onder vaak ongunstige omstandigheden gebruikt, waardoor een groot aandeel van de Vlaamse bodems in meer of mindere mate verdicht is. Naast bodemerosie en de afname van het organischekoolstofgehalte vormt bodemverdichting één van de belangrijkste bodembedreigingen in Vlaanderen. Het Vlaams bodembeleid richt zich daarom op sensibilisatie over de preventie van bodemverdichting.
Bodemverdichting speelt zich ondergronds af en is daarom weinig zichtbaar en minder bekend. Bij bodemverdichting worden bodemdeeltjes samengedrukt, waardoor de ruimte voor water en lucht vermindert. Door de invloed op bodemeigenschappen heeft bodemverdichting een effect op de vegetatiegroei. Een toename van de volumedichtheid gaat gepaard met een afname van de wortelgroei, en bijgevolg een afname van de gewasontwikkeling en de opbrengst, omdat het water en de nutriënten onder de gecompacteerde zone niet of beperkt beschikbaar zijn voor de plant. Gerapporteerde oogstverliezen situeren zich tussen 0,5% en 50%.
Volgende vaststellingen vormen een aanwijzing voor bodemverdichting:
- Plasvorming
- Duidelijk zichtbare rijsporen
- (Lokale) zwakke opkomst
- Misvormde wortels
- Nood aan hogere trekkracht bij veldbewerkingen
Oppervlakkige verdichting situeert zich in de bouw voor en kan gemakkelijk worden opgeheven door normale grondbewerkingen, terwijl verdichting van de diepere ondergrond (zone onder de bouwvoor) blijvend kan zijn in de afwezigheid van specifieke remediëringsmaatregelen.
- Gevoeligheids- en risicokaarten voor bodemverdichting
- Praktijkonderzoek naar de toepassing van preventieve en remediërende maatregelen tegen bodemaantasting door bodemverdichting
- Kwantificering van de gevolgen van bodemverdichting op het watertransport door een bodem
- Kwantificering van de gevolgen van bodemverdichting en verslemping op de hydraulische eigenschappen van een bodem